Wat is een goede opbouw van je e-learning?
Mensen leren het beste als ze de reële gevolgen kennen en niet alleen de mogelijke implicaties. We worden gemotiveerd door wat anderen meemaken. Maar hoe schrijf je een goede e-learning? Wij geven tips! Dit zijn 6 manieren voor het gebruik van voorbeelden in je online training.
1. Voeg media toe aan je e-learning
Schermafbeeldingen zijn ideaal om tekstuele uitleg te versterken. Je kunt je gebruikers precies laten zien wat je bedoelt. Het is veel gemakkelijker om te laten zien waar een bepaalde link zich bevindt in een screenshot, dan het te omschrijven in woorden. Screenshots zijn vooral geschikt om een reeks stappen te visualiseren. Bijvoorbeeld wanneer je je team uitlegt hoe ze het nieuwe CRM-systeem moeten gebruiken.
We benadrukken het nog maar eens. Video is fantastisch om je online gebruikers te bereiken. De combinatie van audio en visuele elementen maakt het perfect voor gebruikers, die al gewend zijn om video's te bekijken en veel prikkels te krijgen.
Download de whitepaper 'Een leerervaring (LXP) met ongekende mogelijkheden'
2. Maak van je e-learning scenario's en verhalen
Een aansprekende manier om gebruikers relevante informatie te laten zien, is door ze een verhaal te presenteren dat situaties uit het echte leven omvat, vergelijkbaar aan het voorbeeld in de inleiding. Je kunt personages, locaties en details bedenken om het verhaal nog meer context te geven.
Informeer je jouw nieuwe medewerkers bijvoorbeeld over de omgangsregels binnen het bedrijf, dan kun je een verhaal vertellen over een medewerker die online wordt lastiggevallen door een paar collega’s met zogenaamd grappige berichtjes met een pesterige ondertoon. Wat heeft deze medewerker gedaan om deze situatie op te lossen? Door dit soort details op te nemen, komt het probleem tot leven en wordt het relevanter voor je gebruikers.
Ze worden daarnaast ook nog eens veel beter voorbereid dan wanneer je ze alleen vertelt wat ze in een bepaalde situatie moeten doen. Maak je verhaal zo levensecht mogelijk en laat je gebruikers kritisch nadenken over wat ze hetzelfde of anders zouden doen.
3. Gebruik casestudies in je e-learning
Casestudies analyseren een echte gebeurtenis in detail om meer inzicht te krijgen in wat er in een soortgelijke situatie hetzelfde of anders zou kunnen. Het is een uitstekende manier om de kloof tussen theorie en praktijk te overbruggen. Casestudies zijn handig voor het laten zien van ‘best practices’, hoe tools toe te passen en om creatief en kritisch denken te ontwikkelen.
Online trainingen die zijn gemaakt voor naleving op het gebied van duurzaamheid en MVO kunnen bijvoorbeeld aan de hand van een casestudy aantonen hoe niet-naleving een negatief effect heeft op het imago en de financiële resultaten van het bedrijf, niet alleen op het milieu. Dat is effectiever dan het noemen van een heleboel feiten en cijfers over CO2-uitstoot en luchtkwaliteit.
4. Visuele metaforen
Visuals zijn uiteraard onmisbaar wanneer we het hebben over het geven van voorbeelden in een online academy. Een soort visual dat hier uitermate geschikt voor is, is een visuele metafoor. Je gebruikt elementen om onderwerpen aantrekkelijker te maken en ze meer aan te laten spreken. Laten we duurzaamheid en het milieu weer als voorbeeld nemen. Je maakt met een afbeelding van zwaar rokende fabriekspijpen heel goed duidelijk dat je het over milieuvervuiling hebt. Maar deze plaatjes hebben onze hersenen al behoorlijk vaak gezien: ‘dat kennen we nu wel’. Een visuele metafoor van een smeltend ijsje, waarbij het bolletje ijs het uiterlijk heeft van een wereldbol is origineler en trekt de aandacht. Het sluit meer aan bij onze belevingswereld en blijft dus beter hangen.
5. Betrek gebruikers bij het bedenken van voorbeelden
Soms is de beste manier om je gebruikers een voorbeeld te laten begrijpen, ze er zelf een te laten maken. Als je bepaalde informatie eenmaal hebt gepresenteerd, vraag je aan gebruikers om er een voorbeeld uit de praktijk bij te bedenken dat de informatie onderbouwd. Deze manier stimuleert kritisch denken en helpt bij de retentie, omdat gebruikers wordt gevraagd het geleerde toe te passen en te formuleren op een manier die voor hen relevant is.
Benieuwd naar ons trainingsaanbod? Download onze Rakoo Learnings en bekijk hoe jij je voordeel haalt uit onze bibliotheek.
6. Zorg voor een duidelijke opbouw in je e-learning
Een goede e-learning heeft een duidelijke kop, romp en staart. Dat klinkt misschien voor de hand liggend, maar deze conclusie komt voort uit jarenlang onderzoek naar de werking van de hersenen. Denk hier dan ook niet te licht over! Ieder onderdeel brengt zo haar eigen uitdagingen met zich mee.
Het kopstuk van je e-learning zorgt voor de eerste indruk
Je laat zo je gebruikers kennismaken met de online academy. Waar zitten alle knoppen? Hoe kan ik om hulp vragen? Waar vind ik de content terug? Zonder deze basis informatie, verloopt het leren met een online academy een stuk stroever.
Vervolgens introduceer je het onderwerp van de e-learning. Je wilt de content van je e-learning als het ware ergens aan ‘ophangen’, hiervoor heb je een structuur nodig. Activeer daarom de voorkennis van de gebruikers, schets de beginsituatie en manage de verwachtingen. Zo maak je de e-learning overzichtelijk en bied je je gebruikers structuur aan. Tijdens leren, en zeker online, komen er veel soorten informatie op je af. Om gemotiveerd te blijven wil je dat de gebruikers snel de weg kunnen vinden en dat ze weten waaraan ze beginnen en waarom.
De romp van je e-learning is gericht op de inhoud
Ook hier wil je dit overbrengen in duidelijke stukken kennis. Je kan hierin dezelfde opbouw aanhouden als die van de live training of van een gebruikt boek, maar varieer wel in de contentvormen die je gebruikt. De vuistregel luidt dat de vorm past bij het doel dat je wilt bereiken. Het kiezen voor contentvormen ‘voor de leuk’ of ‘ter opvulling’ kunnen didactische missers zijn.
Wees daarnaast niet bang voor onderdelen die maar een paar minuten duren. Beter meerdere korte stukken achter elkaar, dan onderdelen van 20 of 30 minuten, of misschien wel een uur! Less is more, zo blijkt ook uit de duo channel assumptie van Mayer (2001). Dit is een belangrijke theorie om te hanteren bij het ontwerpen van je e-learning. Deze theorie stelt dat mensen nieuwe informatie tot zich nemen via twee kanalen: verbaal/auditief (het gesproken woord) en visueel (via beeld en geschreven tekst). Deze kanalen communiceren tijdens het verwerven van informatie, al zit hier wel een limiet aan. Bij te veel informatie is er sprake van cognitive overload (overbelasting). Zo kan je bijvoorbeeld beter werken met een combi van gesproken woord & beeld, dan gesproken woord & tekst.
Geef een medewerker in de e-learning altijd de keuze om door te gaan naar het volgende onderdeel of terug te gaan naar het overzicht van alle content. Sommige online academies bieden ook de mogelijkheid aan om bepaalde content ‘favoriet’ te maken, te markeren of aantekeningen bij te maken, zo kan belangrijke informatie snel teruggevonden worden.
Denk tot slot na over welke plek ‘interactie’ krijgt in je e-learning. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat verschillende soorten van interactie zorgen voor betrokkenheid en motivatie. Zo voorkom je vroegtijdig afhaken. De bekendste voorbeelden van interactie zijn groepsopdrachten, feedback van de trainer of peer feedback, praktijkopdrachten, webinars, chat en discussiefora.
Wanneer je een e-learning ontwerpt, begin je bij het einddoel
Hoe ziet het succes eruit? Wat moet iemand doen om daar te komen? Welke tussenstapjes en -doelen moet je daarvoor behalen? En helpt de e-learning om dit probleem op te lossen of deze ambitie te voeden?
De staart van de e-learning wordt vaak gebruikt om alle behandelde kennis even te herhalen, het niveau van de gebruikers te bepalen en om ze ook te belonen voor hun inzet. Dit gebeurt meestal in de vorm van een (summatieve) toets en bijvoorbeeld met het toekennen van een certificaat. Het toetsen is niet alleen handig aan het einde van de e-learning. Het is ook zeer effectief om tussendoor (formatief) te toetsen en de gebruikers te laten weten waar ze staan. Dit hoeft niet heel formeel te zijn, maar kan ook via een quiz, met flashcards of een verwerkingsopdracht.
Na het afronden van de e-learning wil je natuurlijk niet dat het leren stopt. Bied daarom suggesties aan voor verdieping in het onderwerp, geef tips voor in de praktijk of verwijs door naar andere toffe e-learnings.
Download de whitepaper
Voordelen van een online academy